Oerang oetang en de Iban tribe

Borneo het derde grootste eiland van de wereld. En wat voor een eiland.

Pontanak had ons weinig te bieden en daarom de luxe bus geboekt naar Kunching. Vertrek 9.00 p.m. Stoelen die bijna geheel achteroverkonden en dus een ideale plek om wat uren te slapen. Het dekentje wat we kregen had een hardheid zodat je bij gebruik een compleet gescrubd gezicht, armen en benen had, dus deze maar terzijde gelegd. Na een viertal uren gereden te hebben werd er gestopt en daar werd een groot verschil voelbaar. Diverse locale bussen maakten dezelfde stop en deze zaten overvol. Zelfs op het dak zaten en lagen mensen en dat zag er echt niet comfortabel uit. Als je dan weet dat ook zij 12 uur moeten reizen, dan voel je jebezwaard. De volgende morgen stonden we om vijf uur aan de grens, deze was nog niet geopend. Daar de nodige papieren weer ingevuld en op weg naar Maleisisch Borneo. Het werd direct zichtbaar, de wegen werden breder. Het lijkt wel alsof Maleisie meer aandacht heeft voor de omgeving. Kunching, een moderne stad voor Maleise begrippen. Een zekere heer Brooke heeft hier een duidelijke stempel achter gelaten. De Sultan van Brunei heeft deze man te hulp geroepen om het land open te gooien en de locale bevolking meer zeggenschap te geven. Meneer Brooke heeft de bouwstijl van Engeland naar Kunching over gebracht, hij bouwde voor zijn vrouw een kasteeltje, enz. Kunching kent ook een kleine ' opvang' voor oerang oetangs. Er leven zo' n acht oerang oetangs en deze worden 'gevoed' . Men kent twee voedertijden. Helaas waren wij wat te laat en hebben we er maardrie gezien hoog boven in de bomen. Dit was wel genoeg om enthousiast te worden en een tweede kans te pakken in Sepilok aan de andere kant van Borneo.

Na Kunching wilde we meer het binnenland in om de IBAN tribes te zien. Hiervoor moesten we eerst met de boot naar Sibu, vijf uur varen. Gelukkig konden we aan dek zitten en zo genieten van de omgeving.Zo ophet dek van een boot werd wel zichtbaar hoeveel er gekapt wordt. Eerlijk gezegd schrokken we van de hoeveelheid. Grote vlotten met gekapt hout dreven ons voorbij.We weten natuurlijk niet of het kappen op een verantwoorde manier gaat en aangezien we beiden een hard houten tafel in huis hebben, doen we er hier maar het zwijgen toe.

In Sibu hebben we ' onderwijs' gehad van de heer Tan. De heer Tan weet veel van het chinees boedhisme en nog meer van yin en yang en daar hebben we anderhalf uur van mogen genieten. Inclusief een halve liter chinees kruiden thee, brrrr. In een prachtige chinees tempel kregen we zijn verhaal te horen. Zo weten we nu dat vier een ongeluksgetal is in China en dat niet een gebouw een vierde verdieping kent. Men gaat van drie naar vijf. Acht daarentegen is weer een geluksgetal. Het voert hier te ver om ook jullie te onderrichten maar wees gerust voor onze lezers hebben we een honderdtal wierookstokjes gebrand om zo de tempel van de heer Tan te spekken, hij wilde immers geen geld alleen een vermelding in de lonely planet.......

Na Sibu weer de boot naar nog meer de binnenlanden van Borneo, want stammen leven niet in de stad.Weer vier uur varen op weg naar Kapit. Een klein stadje met niet een restaurant wat groenten bereid. Dus weer rijst, rijst en zoete broodjes. Maar als je iets wilt zien dan betekent dat soms veel rijst eten en we hebben iets moois gezien. We hebben een man die hier woont gevraagd om ons met de auto naar boven te brengen, over een onverharde weg kwamen we bij de longhouses aan. Originele longhouses met de oorspronkelijk bevolking. Hun kleding is inmiddels wel aangepast maar hun leefwijze heeft weinig verandering ondergaan. Huizen op palen met een houten hang brug loop je er naar toe. Eerst is er een hoog plateau van houten latten met openingen zo groot dat je echt je voeten goed moet neerzetten. Vanaf dit plateau heb je links en recht overdekte galerijen en weer achter deze galerijen heeft een gezin haar eigen optrek. Beneden een grote ruimte (de huiskamer) daar achter een ' keuken' en boven een slaapruimte. Dit alles is van hout en vierhonderd jaar oud. In de galerijen hangen schedels. De meeste schedels hangen echter in de leefruimte van de gezinnen. Vroeger stond de Iban bekend om hun koppensnellen. We hebben wat uren moeten varen maar we vinden het dik te moeite waard geweest. Hoop dat straks de foto's doorkomen maar eerst moeten we deze ' inpakken' en niet overal staat een fotoprogrammaatje op de pc.

Morgen weer de weg terug naar Sibu want van hieruit kunnen we niet verder. Het volgende reisdoel is Miri om vandaaruit Brunei binnen te reizen. Brunei een rijk land met een strenge moslim cultuur. Voor nu onze groetjes Grietje en ans

Reacties

Reacties

miemke

Geloof dat ik hier de geur van de wierookstokjes kan ruiken .

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!